Vandaag een dag bij klanten ( een echtpaar op zeer respectabele leeftijd ) waar ik al geruime tijd kom en altijd voor heel uiteenlopende werkzaamheden. Ik heb er zin in. Omdat dit echtpaar graag wil dat ik wat later kom, ben ik er rond 09.30 uur. We hebben van te voren e-mailcontact gehad over de werkzaamheden en daarbij hebben ze gevraagd of ik een paar zakken potgrond en een paar zakken kattengrit wil meenemen, voor hen te zwaar werk. Ik neem het `s ochtends gelijk mee zodat ze weer even vooruit kunnen. Na even gekletst te hebben over het wel en wee begin ik, omdat het nu even droog is, met het schoonmaken van de goot aan de straatkant. Deze loopt over bij een regenbui en de uitloop blijkt behoorlijk verstopt, maar het lukt me het weer open te krijgen. Nu ik toch buiten ben haal ik gelijk het onkruid tussen de tegels van het pad naar de voordeur weg. De garagedeur maakt een veel lawaai en wat smeerolie op de ketting werkt goed.
Tijdens de koffie vraagt mevrouw of ik bij wijze van uitzondering de ramen van de woonkamer wil lappen. Men heeft een vaste glazenwasser maar morgen krijgen ze bezoek en wil ze graag dat de ramen schoon zijn. Na de lunch gaat het echtpaar rusten in de woonkamer en zoek ik wat “stil” werk op. Ik haal een grote doos van de zolder. Dit is een terugkerend gebeuren. Ze zijn samen “de rommel” aan het uitzoeken en om de vier weken ga ik even langs om een doos van zolder te halen. Deze keer valt dat samen met onze afspraak. Ik zet de doos op de tafel zodat ze er in de middag mee kunnen beginnen.
In de badkamer ontstop ik de sifon van de wastafel, controleer op de eerste etage de horren waarvan bij een de veer wel iets strakker mag. In de schuur zet ik onder andere een nieuwe snoerschakelaar aan een lamp, vervang een lamp van de buitenverlichting en slijp twee grote keukenmessen. Als het echtpaar weer onder de mensen is wordt ik uitgenodigd voor de thee. Onderhand wordt de doos geopend en komen de verhalen los bij de eerste voorwerpen die men ziet. Herhaaldelijk moet ik ze erop wijzen dat de thee koud dreigt te worden.
Na de thee ga ik naar de slaapkamer om de matras te draaien, een onhandige en te zware klus voor dit echtpaar. Ik maak het bed op ( “nee Ad, dat kan ik zelf wel” ) maar ik doe het toch, service van Ad. Als laatste doe ik nieuwe krasviltjes onder de stoelen van de eetkamer en zo is er een einde gekomen aan het lijstje werkzaamheden. Voordat ik wegga vragen ze mij een grote plantenbak naar hun zoon te brengen. Dat is geen probleem, het ligt op de route naar huis en kan het zo in de tuin achterlaten. Over een maand ben ik er weer, zij het maar heel even, voor de volgende doos van de zolder.